Corona van dier op mens? En omgekeerd?

Het Wetenschappelijk Comité van het FAVV heeft kennis genomen van de gemelde verdachte gevallen van detectie van SARS-CoV-2 virus bij huisdieren (2 honden in Hong Kong en 2 katten, 1 in België en 1 in Hong Kong), evenals bij een wilde katachtige (een Maleise tijger in een dierentuin in New York). Het heeft ook kennis genomen van de resultaten van verschillende bij huisdieren gerealiseerde experimentele besmettingen met het SARS-CoV-2 virus en een serologische studie onder katten in de stad Wuhan (met dien verstande dat bepaalde gegevens afkomstig zijn van wetenschappelijke artikelen die nog niet onderworpen werden aan ‘peer review’ en dus nog kunnen evolueren).

Op basis van de aangebrachte elementen is het Wetenschappelijk Comité van mening dat besmetting met SARS-CoV-2 van het dier door de mens voor bepaalde soorten mogelijk is (met name voor de kat, de fret en de goudhamster, maar niet voor de hond) en dat de gevolgen van besmetting voor de gezondheid van het dier minimaal zijn voor katten en fretten en marginaal voor honden. Het risico voor de diergezondheid wordt dus als laag beschouwd. Het stelt risicobeheersopties voor en beveelt aan een verhoogde waakzaamheid te houden en epidemiologisch onderzoek in elk nieuw verdacht geval aanmoedigen.

Wat het risico van besmetting van mensen door dieren betreft, is het Wetenschappelijk Comité, niet in staat om het risico in te schatten door het gebrek aan voldoende bewijs ondanks de hoge infectiedruk. Het is echter van mening dat dit risico zeer laag is in vergelijking met het risico op besmetting door overdracht van mens op mens (d.w.z. onder de huidige infectiedruk bij de mens). In het geval dat eigenaars van gezelschapsdieren positief zijn bevonden voor SARS-CoV-2 of dat hiervoor een vermoeden bestaat, stelt dit advies aanbevelingen voor om het contact te beperken tussen eigenaar en gezelschapsdier en tussen gezelschapsdieren onderling of andere mensen ook tijdens het uitlaten van de dieren. Tevens wordt vooral aangedrongen dat eigenaars en verzorgers van gezelschapsdieren de regels van persoonlijke hygiëne zouden naleven na ieder contact met het gezelschapsdier.