Niet alleen nertsen, honden en katten, ook andere zoogdieren zoals hamsters, paarden, schapen en koeien kunnen misschien besmet worden met het coronavirus. Dat blijkt uit een nieuwe studie waarbij wetenschappers keken op welke dierencellen het virus 'past'.

Vandaag is ruim twee derde van de nieuwe infectieziekten ontstaan bij wilde dieren. Dat we met bijna 8 miljard zijn, helpt niet. Nooit waren er zoveel potentiële prooien voor dit soort virussen. "Bovendien is 60 procent van de zoogdieren nu vee en is 36 procent mens", zegt Myriam Dumortier, verbonden aan het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek en docent bos- en natuurbeleid aan de Universiteit Gent. "Slechts vier procent zijn wilde zoogdieren. Maar de kans dat zij in contact komen met mensen is veel groter geworden."

Hoewel vaststaat dat het coronavirus op de mens is overgesprongen vanuit de vleermuis, is nog altijd onduidelijk via welk 'tussendier' dat is gebeurd - vleermuizen zelf zijn niet de meest waarschijnlijke bron. Op het verdachtenlijstje prijken diverse zoogdieren die in nauw contact staan met de mens, zoals wasbeerhonden, katten en nertsen. Maar ook andere dieren zijn vatbaar voor een besmetting met Sars-Cov-2.

In totaal ontdekte een team van wetenschappers 28 dieren die veel in contact staan met mensen die gevoelig zijn voor het coronavirus. Vissen, reptielen en vogels vallen daar niet onder. Maar de meeste zoogdieren die de wetenschappers bekeken wel. Ook paarden, geiten, varkens, ezels, fretten, hamsters, konijnen en zelfs eekhoorns hebben cellen waarop het virus met zijn uitsteeksels kan aangrijpen.

"We wilden weten welke dieren wellicht risico lopen op infectie, met het oog op nader onderzoek en mogelijke monitoring”, licht onderzoeksleider Christine Orengo van University College London toe. “Het gevaar bestaat immers dat het virus zich ongemerkt verschuilt in dieren, waarna het opnieuw mensen kan besmetten.”

Bij veel zoogdieren werden ook al in het echt infecties gezien. Zo besmette een dierenverzorger in een New Yorkse dierentuin vier tijgers en drie leeuwen, en worden onder meer hamsters, konijnen en fretten in het lab expres besmet om het verloop van de infectie te onderzoeken.

“Maar hoe het met de rest zit, is ook na het nieuwe onderzoek nog altijd onduidelijk”, benadrukt epidemioloog Lidwien Smit (Universiteit Utrecht). "Sommige dieren kun je misschien in theorie besmetten. Maar ze moeten het virus ook kunnen verspreiden, onder elkaar en naar andere dieren of mensen. En tot nu toe is er geen bewijs dat dit virus veel voorkomt bij dieren, los van nertsen."

Ondertussen meldt het FAVV dat het een epidemiologisch bewakingsplan ingesteld heeft bij nertsenkwekerijen op basis van de aanbevelingen vande RAGCA (Risk Assessment Group-Covid-19 Animals) in België. Dit na het vaststellen van besmettingen in dit type bedrijven in enkele Europese landen. Uit deze monitoring blijkt dat er tot op heden geen enkele nerts in ons land met het virus besmet is geweest. Het FAVV wijst erop dat de aanbevelingen van de RAGCA in verband met debioveiligheid op nertsenkwekerijen meer dan ooit van toepassing blijven om de insleep en de verspreiding van het virus in deze bedrijven te voorkomen.

Bron: Vilt - De Morgen - FAVV - foto pxhere.com