De Carneau is een Belgisch-Frans duivenras dat afkomstig is uit de driehoek Lille (Rijsel), Doornik en Kortrijk. De naam Carneau zou ook volgens sommige bronnen voortkomen uit de gelijkenis tussen het verenkleed van de oorspronkelijke kleurslag van de Carneau (rood met epauletten) met de kledij van geestelijken van de orde van de Carmel.

Het is een goede vleesduif die gemakkelijk elke maand een nest jongen kan voortbrengen. Het gewicht is tussen de 600 en de 650 gr. In tegenstelling tot de echt zeer zware vleesduivenrassen zijn het duiven die zeer goed fokken en heel goed hun kroost verzorgen. Voor hun gewicht zijn ze ook nog heel goed op de wieken, wat dan ook hun huisvesting heel erg vergemakkelijkt. Deze duiven zijn zeer geschikt voor vrije uitvlucht en het bevolken van een authentieke duiventoren.

Carneau's zijn in principe eenkleurige duiven in rood, geel of wit. Er wordt een zeer hoge eis gesteld aan de intensiteit van de kleuren rood en geel. Bij de roden en de gelen komen er nog variëteiten voor met witte stuit en/of met witte schoudervlekken, die men ook soms epauletten noemt. De epauletten of schoudervlekken moeten bestaan uit een trosje losse witte veertjes die zich ter hoogte van de schouder bevinden. Ze mogen niet ontaarden in een witte aaneengesloten vlek. Carneau's hebben een goed ontwikkelde brede borst die een flinke duivenbout kan opleveren. Ze zijn steeds gladbenig en hebben een mooi rood en levendig duivenoog. Ook bij de witten dient het oog rood-oranje gekleurd te zijn. De eenkleurigen in rood en geel zijn tamelijk verspreid, de variëteiten met witte stuit en epauletten zijn relatief zeldzaam.